Geschiedenis kerkgebouw Cuijk
Het Protestantse kerkje in Cuijk is een Neo-klassicitisch kerkje uit 1809 en een Rijksmonument.
Voor dat dit gebouwd werd, kerkten de Prostestanten in de oude Martinuskerk aan de Maas, waarvan nu alleen de toren nog staat.
Onthulling van de gerestaureerde gevelsteen bij het 200-jarig bestaan van het kerkgebouw.
Dankzij een decreet, afgegeven door de koning Lodewijk Napoleon in 1809 kon begonnen worden met de bouw van de huidige kerk aan de Grotestraat 102. De kerk werd gebouwd volgens een bestek, opgesteld door Matthias Snoeck, heer van de Barendonck bij Beers en uitgevoerd door aannemer Meeuwsen uit Grave.
Hoe voortvarend men met de bouwerij was in 1809 blijkt wel uit het onderstaande tijdschema:
- 4 mei 1809 decreet van de koning;
- 16 juni 1809 bericht van aanbesteding in de krant;
- 21 juni 1809 uitzetten van de kerk en egaliseren van het terrein;
- 12 juli eerste steen gelegd door kerkmeester van der Lee.
De subsidie die door de koning beloofd was, kwam maar niet beschikbaar. In september reisde ds. Traus naar Amsteredam om de toegezegde subsidie te ontvangen en keerde op 11 september terug met drie voorlopige schulbekentenissen elk ter waarde van f 1000,00. De gemeente verkocht deze waardepapieren in Nijmegen voor een bedrag van f 2437,50 zodat de eerste termijn aan de aannemer betaald kon worden. In 1810 bleek dat de rest van de subsidie oninbaar was.
Het kerkgebouw kwam gereed in 1810. De inwijding was op 3 juni 1810. Ds. Traus preekte die zondag.
De gemeente kan in 1830 een klein kerkorgel aanschaffen. Het orgel werd vervaardigd in 1829 door Bernardus Petrus van Hirtum uit Hilvarenbeek. Het is verkregen door een legaat van f 1500,00 uit de nalatenschap van Jacob Dodati, een vermogend gemeentelid.
Het orgel is ook een rijksmonument en heeft een rijke geschiedenis. Lees meer hierover op de site van brabantorgel.nl.